Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verheug u niet, gij gans Palestina! dat [98]de roede [99]die u sloeg, gebroken is; want uit de wortel der slang zal [100]een basilisk voortkomen, en [101]haar [102]vrucht zal [103]een vurige vliegende draak zijn. 98. Versta hier door de roede of staf den koning Uzzia, 2 Kron.26:6, die den Filistijn als een slang gestoken en bezeerd heeft. De zin is: Verheugt u daarin niet, dat gij meent vrij te zijn vanwege den dood van den koning Uzzia, want uit hem zal een andere koning, [te weten, Hizkia] voortkomen, die u nog harder plagen zal. 99. Anders: desgenen die u sloeg. 100. Versta, den koning Hizkia, Achaz zoon, die zich tegen de Filistijnen zou stellen, als een basilisk hen meer beschadigende dan zijn grootvader Uzzia gedaan had. Zie 2 Kon.18:8. 101. Te weten dier slang. 102. Te weten de koning Hizkia, die uit Uzzia gesproten is. 103. Dusdanige slangen of serpenten worden er gevonden in Egypte, Lybie en elders. Zie de aantekening Num.21:6.